Martin Groen over het WK: “Eén grote internationale familie”
Martin Groen, geboren in 1966, heeft zijn eigen bloemenzaak in Workum, een kuststadje in het noorden van Nederland. Daar komt hij tot rust wanneer hij even thuis is van zijn vele reizen over de hele wereld om deel te nemen aan wedstrijden en bloemenevents. In juni was Martin de Nederlandse kandidaat voor de Wereldbeker in Berlijn. Martin werd tiende van de 26 deelnemers, een resultaat waar hij terecht trots op is.
Hoe bereid je jezelf voor op zo’n zenuwslopende wedstrijd als het WK bloemschikken?
“Je gaat eerst vooral heel veel nadenken. In november 2014 bezorgde Fleurop-Interflora ons de opdrachten: 100 % persoonlijk, 100 % handgebonden en 100 % organisch. Ik had al een team van zeven mensen bij elkaar gezocht: daartussen zitten mensen die ervaring hebben met jureren, mensen die verstand hebben van de reglementen en uiteraard ook mensen met veel creatieve input. In januari gingen we dan op brainstormweekend, waarvoor iedereen een presentatie voorbereid had over hun ideeën voor de verschillende opdrachten. En dan begint het selecteren: de verschillende ideeën vulden elkaar aan en we kwamen tot een eindconcept. Eens je dat bereikt hebt, is het ook belangrijk om niet meer te twijfelen en er 200 % voor te gaan.”
Lees het volledige interview met Martin in de septembereditie van Fleur Magazine
In de voorbereiding kan je een beroep doen op een team van zeven, maar tijdens de wedstrijd heb je slechts één assistent. Is dat voldoende?
“Mijn assistent, Jaap Wisser, en ik reizen al jaren de wereld rond voor bloemendecoraties. Ik ken hem zowel op professioneel als persoonlijk vlak heel goed, dus die samenwerking verloopt steeds heel vlot. Jaap is internationaal jurylid tijdens wedstrijden en kent de details waaraan ik extra aandacht moet besteden. Bij de opdrachten voor het WK mocht hij me tot vijf minuten voor aanvang van de opdracht helpen met bloemen schoonmaken en de schikking van de materialen. Daarna verdwijnt hij uit de zaal en mag er ook geen telefonisch contact meer zijn. Vanaf dan sta je er alleen voor, maar ten eerste heb je alles tot in de puntjes voorbereid en ten tweede focus je je volledig op wat je passie is: bloemen.”
Hoe is de sfeer op zo’n WK tussen de floristen onderling?
“We vormen eigenlijk één grote internationale familie. Het gaat er steeds heel vriendelijk aan toe. Natuurlijk: als het om de wedstrijd gaat, draait het om de beste zijn en willen uitblinken. Dan wordt iedereen wat fanatieker en voel je de sfeer ook wel competitiever worden. Maar daarnaast respecteren we elkaar allemaal en wil iedereen dat de beste wint. Maar zelfs tijdens die momenten ademt de sfeer collegialiteit uit: zo had ik een betonschaar meegenomen, terwijl anderen deze niet bij hadden. Als ze de schaar wilden lenen, mochten ze die uiteraard gebruiken – zo ver reikt het competitieve dus niet.”
Heb je vrienden overgehouden aan het weekend in Berlijn?
“Jà. Ik kende natuurlijk ook al wel enkele van de floristen, zoals Nakamura Aritaka (Japan), de Fransman Frédéric Dupré en natuurlijk ook de Brit Neil Whittaker. Met Neil heb ik de voorbije weken veel contact gehad om enkele samenwerkingen op poten te zetten. In oktober haal ik hem naar Nederland voor de florale theatershow ‘Betoverend’ in Assen. Maar er zullen heus nog wel gezamenlijke opdrachten zijn, waarvan vermoedelijk enkele in Japan.”
Heeft je tiende plaats op het WK ook een invloed op je eigen winkel in Workum?
Nee, niet echt. Ze weten hier in mijn streek wel allemaal dat ik deelgenomen heb en tiende werd, maar daardoor is de verkoop niet plots extra gaan knallen. Ik ontvang wel meer aanvragen voor demonstraties en opdrachten, maar dan nog meer op internationaal niveau. Internationaal is zo’n tiende plaats wel meer voelbaar, maar dat is al jaren zo: in eigen land wordt er doorgaans niet veel aandacht besteed aan de florale kunst. Dat is jammer – zeker als je weet dat ik in Japan als het ware als een profvoetballer word ontvangen; dan is het contrast met Nederland groot.”
Tot slot, Martin, heb je een gouden raad voor de lezers van Fleur Magazine?
“Blijf bij je eigen keuzes en blijf doen waar je sterk in bent. Specialiseer: creëer je eigen toets en je eigen handtekening voor je bloemenwerk. En zorg dat je in beeld komt: doe mee aan wedstrijden en demonstraties of schrijf vakbladen aan voor meer bekendheid. En ten slotte: geef ook aankomend talent een kans, want voor hen is het dubbel zo moeilijk om zich op topniveau in de kijker te werken.”